Marco Postma

TEAM BEHIND THE TEAM: MARCO POSTMA

Interview deel 2: door onze redacteur

Inmiddels kennen we Marco Postma wel, hebben hem gezien, gesproken of over hem gelezen. Hij is een bekende bij OG Capitals en binnen de Nederlandse ijshockeywereld. Toch weten we nog niet alles van hem. Reden genoeg om hem stevig te ondervragen over alle ins- and -outs rondom zijn jeugd, zijn (ijshockey)carrière en hoe hij denkt over de toekomst van OG Capitals.
 

Hallo Marco, hoe zou je jezelf omschrijven voor iemand die je niet kent? 
“Als mens? Ik denk dat ik voor iedereen klaar sta, ik ben loyaal. Maar ik denk ook dat ik hardwerkend ben. Ik vind (en mijn vriendin Inge ook) dat ik teveel werk.”

Je werkt dus hard, verwacht je dat ook van anderen? 
“Jazeker. Ik wil goed voor de mensen zijn die ook goed voor mij zijn. Trouw en loyaal. En er hard voor gaan. Maar wel kritisch zijn op mijn eigen handelen en dat van anderen. Ik denk vaak; hoe zou ik het zelf gedaan hebben?”
 

Ben je in Leeuwarden geboren?
"Ja. Ik ben zelfs opgegroeid in het midden van het centrum Leeuwarden onder de voet van de Oldehove. Ik heb gespeeld waar jouw kinderen nu ook opgroeien en spelen, bij dezelfde speeltuin in de Vosseparkwijk en bij de ijshal. Toch is het voor een kind een rotplek om daar in het centrum te wonen.
 

Kan je uitleggen waarom?
"Het wonen onder de voet van de Oldehove lijkt heel luxe, maar je moet altijd op de fiets ergens naar toe, er zit niet een speelplek vlakbij. Mijn moeder bracht me wel overal heen, maar het was lastig om zelf op pad te gaan. Om even snel naar een vriendje te gaan om te voetballen of stickelen. We wonen natuurlijk dichtbij de Prinsentuin, maar daar was het ook niet echt veilig om als kind te gaan spelen. Je had daar vroeger ook veel (hang)jongeren die aan het drinken waren of andere zaken. Toen ik zelf kon en mocht fietsen was dit echt een uitkomst en mijn moeder Gerda was er ook altijd voor ons om ons te taxiën."
 

Marco in zijn full focus - OG Capitals Leeuwarden Foto: Age Okkema

“Ik kom echt uit een sport-en ondernemersgezin. Qua ijshockey was alles mogelijk." 
 

Vertel eens wat over je ouders? Ze hadden ook een grote invloed op jouw ontwikkeling als mens & speler toch?
Ik kom echt uit een sportgezin en ondernemersgezin. Qua ijshockey was alles mogelijk. Ze waren altijd bij me en stimuleerden me enorm met sport. Ze knepen ook een oogje dicht met school, soms kreeg ik gewoon vrij van school om een training in Nederland te kunnen volgen.  Daar werd niet moeilijk over gedaan.”

En je ouders werkten ook veel toch? 
Ja, mijn ouders hebben de Verfmenger (verfwinkel) opgestart en ik draai het nu nog steeds met mijn vader. We zijn gestart als verfwinkel onder de voet van de Oldehove midden in de stad. Daar is het ondernemerschap me echt met de paplepel ingegoten, de winkel zat naast ons huis. Hard werken en er altijd voor gaan. Nu is de zaak echt uit zijn voegen gegroeid. We doen naast de verkoop in de winkel heel veel online. Echt mooi om te zien hoe dit zich heeft ontwikkeld. Sport is altijd gestimuleerd aan de keukentafel, ik kom echt uit een sportgezin. We zijn allemaal fanatiek, sport wordt in detail thuis besproken. Mijn vader (Johan) was erg actief binnen het voetbal, mijn zusje Carmen is super sportief in verschillende sporten; boksen, rugby maar ook ijshockey doet ze goed. Ze heeft haar eigen sportschool in Leeuwarden (Progress). Nu ik volwassen ben en zelf niet meer speel, blijven mijn ouders betrokken bij de sport. Ze gaan ook altijd mee met uitwedstrijden. Mijn moeder komt altijd mee en gaat ook morgen mee naar Zoetermeer voor de bekerwedstrijd.”

Dus als je je jeugd kan omschrijven heb je een fijne jeugd gehad? 
“Jazeker! Ik kijk er met een tevreden gevoel op terug. Ik heb prachtige dingen beleefd en mijn ouders hebben altijd gestimuleerd het beste eruit te halen wat erin zit.”

Hoe ben je in aanraking gekomen met ijshockey en hoe oud was je toen?
“Ik heb eerst op voetbal gezeten, drie jaar was ik toen ongeveer. Ik was toen erg afwezig en niet bezig met de training. Mijn oom Jan ijshockeyde, hij is de broer van mijn vader. Jan nam me een keer mee op sleeptouw naar de ijshal. Ik was direct verkocht. Wat mijn ouders ook over de streep haalde was dat er een kinderarts zei dat ik beter mijn energie kwijt kon via een actieve sport zoals ijshockey. Ze wisten niet zo goed wat ze met mij aan moesten namelijk. Lezen en stilzitten had ik een hekel aan. En ijshockey was voor mij een uitkomst. Ik had een uitlaatklep. Ik kon het gelijk al redelijk goed en ik was al even goed als de jongens die er al een tijdje op zaten, dat gaf me ook wel een goed gevoel.”

Is dat voor jou belangrijk dat je ergens goed in bent?
“Nu wel, vroeger minder. Nu als ik iets doe wil ik ook echt altijd de beste zijn, dat zit in me.”
 

Ik wil het zo goed mogelijk doen, maar uiteindelijk komt het neer op de prestatie van het team.”

Dan maak ik even een uitstapje naar coachen en trainen. Wil je daar dan ook het beste in zijn?
“Ja, hahahaha! Dat uit zich nu met coachen in de prestatie van het team. Ik wil het zo goed mogelijk doen, zodat de jongens zo goed mogelijk zijn voorbereid. Zij moeten het doen, jij kan ze daarin het beste begeleiden en voorbereiden. Maar uiteindelijk komt het aan op hún prestatie. Maar ik vind het wel erg belangrijk om alles eruit te halen.”
 

En hoe vertaalde dat zich verder in je ontwikkeling als ijshockeyer?
“Ik zat vanaf een jaar of 5 jaar op ijshockey. Het ijshockey voelde goed en paste echt bij mij. Ik speelde toen bij Trias in de oude ijshal van Leeuwarden bij het FEC. Ik ben zelfs nog getraind door Waling en Diederik. Ik heb toen een hele tijd boven mijn eigen leeftijd in een U team gespeeld met Eddy Lord, Raymond Kaspers, Arjen Dijkstra en Emiel Rispens. Dit was een erg leuk en gezellig team, dit zijn nog steeds vrienden van mij. En toen was het plotseling gebeurt in Leeuwarden, we hadden maar 7 mensen. Dan heb je niet genoeg als team. We zijn toen naar Heerenveen gegaan om in een U14 team te spelen. Zomers skeelerden we ook samen en hadden hele competities. Dat was drie keer in de week. Het ging er heel fanatiek aan toe. Er waren twee, drie teams uit Heerenveen en teams uit Leeuwarden. Iedereen had zijn eigen team en je speelde dan ook een eind toernooi. Ik was toen een jaar of 18, dit hebben we 4 jaar lang gedaan, zonder ijs was dit heerlijk om zo onze sport nog samen te kunnen beoefenen. ”
 

“Ik zat in een stevige groeispurt. Met mijn schoenmaat 47 kon ik ineens niet meer schaatsen.”

En toen? Hoe ging het in Heerenveen?
“Mijn eerste jaren waren best wel lastig. Ik zat toen in een stevige groeispurt. Ik had veel problemen qua mobiliteit, ik heb schoenmaat 47, dan kan je je vast voorstellen dan kan je in plotseling niet meer schaatsen. Het wil gewoon niet meer dan. Uiteindelijk kreeg ik de swung weer te pakken en ben toen naar Duitsland gegaan. Daar heb ik een jaar in de jeugd gespeeld.”

Je hebt een uitstap gemaakt naar Duitsland voor een jaar?
“Ja, bij het hoogste niveau. Ik zat toen bij een gastgezin. Was best moeilijk want ik was toen pas 16 jaar oud, net klaar met school. En alles was in een andere taal, natuurlijk.” 
 

“Ik werkte 40 uur in een ijshockeywinkel en trainde elke dag. Ik had geen tijd om heimwee te hebben.”

Je kon je daar redden? 
“Jawel, als eis hadden ze dat ik ging werken óf naar school ging. Ik had mijn mavo afgemaakt en ik wilde daar echt niet meer naar school. Ik heb gekozen voor werk en toen kwam ik op een plek terecht waar een soort dagbesteding voor moeilijk opvoedbare kinderen zat. Kinderen met een criminele achtergrond kregen daar klusjes als laatste kans. Werken &  Leren was het. Ik vond het niet leuk, ik heb één maand daar gezeten en ik kreeg direct last van heimwee, want je voelt je niet happy dan. Mijn vader heeft toen met zijn klein woordje Duits over de grens een lokale ijshockeywinkel gebeld of ik daar gratis kon blijven werken. Ik heb daar 40 uur per week gedraaid en daarnaast elke dag trainen. Maar dat vond ik veel beter dan wat ik eerst had. Het werk bij de ijshockeywinkel was vrijwillig, dus ik kon wanneer het nodig was soms wat later beginnen en soms wat eerder weg. Ik trainde elke dag, alleen de maandag was ik vrij. We hadden twee wedstrijden in de week. Dus uiteindelijk was dat jaar zo voorbij, ik had geen tijd om heimwee te hebben.”

Toen kwam je terug in Nederland en kon je direct door naar het eerste van UNIS Flyers, hoe oud was je toen?
“Ik was toen 17 of 18 jaar oud. Ja dat klopt. Qua niveau is het redelijk hetzelfde. Het enige verschil is, je gaat van jeugd naar de senioren, fysiek is het wat anders.” 

Hoe ging dat? 
Toen ik bij Heerenveen begon was iedereen 25 plus, die hadden een heel ander leven dan ik had met mijn 17 jaar. Als je dan te maken krijgt met checks, dan voel je het verschil wel. Ik heb ongeveer de helft toen mogen spelen. Dat is voor die leeftijd echt wel veel speeltijd. Je moet je realiseren, het was toen een hele andere tijd. Er waren veel goede buitenlandse spelers en goede Nederlandse spelers zoals Theo Kruger, John Versteeg en Erik Landman. Dat waren mijn interne concurrenten. Dus als je dan voor 50% van de tijd op het ijs staat, dan ben je lekker bezig. Dit heb ik een aantal jaren gedaan.”

Leuk gehad & veel vrienden gemaakt?
“Ja en nee. Het is een leven op zich, het was een tijd waar veel mogelijk was en waar ik veel heb meegemaakt. We trainden 2 of 3 keer in de ochtend en in de avond. Je deed met de buitenlanders veel samen, je ging samen lunchen. We kregen een verzorgde lunch, familie Kroon had een lunchroom en daar gingen we lekker lunchen. Wel een leuke tijd. Toen ik later 21 jaar was, ging ik ook op stap met de jongens en bleef ik daar slapen. 
 

Was dat lastig om te combineren met stappen? 
"De buitenlanders zijn hierin Nederland om plezier te maken en een leuke tijd te hebben, te werken om een zakcentje te verdienen. Het was niet zo moeilijk om te combineren, je bent jong, sportief en flexibel. Dan kan je dat. 2x in Heerenveen en 1 keer in de week in Leeuwarden op stap. Tja, is dat veel? Het was een mooie tijd!"

Zou je jezelf omschrijven als een stapper? 
“Ja ik hield er wel van, ik was er niet vies van. Ik was geen feestbeest, maar ging een feestje zeker niet uit de weg.”
 

“We wonnen in over-time van Tilburg, het dak ging eraf! Dat vergeet ik nooit meer.”


Wat was de nummer 1 ervaring die je NOOIT meer vergeet?
“Oeh, nummer 1 ervaring, ik heb er zoveel… Mmmm Ik heb best wel wat prijzen gewonnen, elke prijs heeft wel zijn eigen charme. Ik heb in Nijmegen en in Heerenveen en in Den Haag hele mooie tijden gehad. Ik ging toen bij de Flyers weg en speelde bij Nijmegen tegen Tilburg. En Tilburg was veruit favoriet. Het was dé topclub. Gingen toen 4500 mensen in en 2000 mensen van Tilburg. Wij wonnen toen in de over-time. Daar zijn nog video’s van, dit was echt een enorm feest op de tribune. Het dak ging er af! Dit had niemand verwacht. Dit is een van de gave ervaringen die ik niet 1,2,3 meer vergeet. Maar er zijn nog veel meer van zulke mooie herinneringen die ze me nooit meer afpakken.”

Zijn daar ook vriendschappen ontstaan?
“In de sport is dit altijd wel anders. Je bent heel lang intensief en close met elkaar en uiteindelijk waait iedereen weer uit waar hij vandaan komt. Als je iemand gaat bellen en er langs gaat is het altijd goed, elke zomer zocht ik teamgenoten op. Maar het verloop is erg groot in een team, waardoor het contact heel intensief is, maar kortstondig. Dat zie je in je eigen leven ook terug. Je hebt het zelf ook druk. Want zeg nu zelf? Met hoeveel mensen heb jij nog intensief contact mee waar je mee hebt gestudeerd? Nee precies, die kan je op 1 hand tellen.”
 

“Ik was er al een tijdje klaar mee. Elke keer wordt je weer gevraagd en geef je toe, maar nu was de lol er voor mij wel af.”
 

Waarom ben je uiteindelijk gestopt?
"Ik was er eigenlijk al een tijdje klaar mee. Je staat altijd op het ijs, te zweten en draait hetzelfde spelletje telkens weer. Elke keer vragen ze je weer voor een jaartje en dan laat je jezelf overhalen. Maar op een gegeven moment was de lol er voor mij echt vanaf. Dan komt het moment dat je moet stoppen.”
 

Wat is de leeftijd van een ijshockeyer in de top?
“Van ongeveer 17 jaar tot een jaar of 35 jaar oud denk ik. Maar het verschilt enorm. Neem Bartos die speelt de sterren nog van de hemel met zijn 45 jaar oud! Ik heb zelf bijvoorbeeld met Ronald Wurm gespeeld, en dan zie je ook het verschil welke spelers langer of minder lang het volhouden. Ronald moest het hebben van zijn snelheid en van zijn schot, als je dan ouder wordt is die snelheid er op den duur wel uit. Uiteindelijk kon ik dan iets langer door met de manier waarop ik schaats en succes heb op het ijs. Dat is dus voor iedereen anders.”

Waarom ben je gaan trainen/coachen?
“Een volgende stap in mijn ijshockeycarrière. Het is niet dat dit nieuw voor mij is. Training geven doe ik al 20 jaar. Ik ben daarmee begonnen toen ik 18 jaar oud was in Heerenveen, toen was ik assistent van Iwan. Dat vond ik erg moeilijk om te doen, maar wel echt uitdagend. Aan het einde van het jaar kreeg ik mijn eigen U17 team om te coachen. Die jongens zijn nu net gestopt in het eerste, die U17 heb ik best wel lang getraind. Dat is wel leuk om ze dan later nog in het eerste te zien spelen. Ik heb ook nog trainingskampen gedaan in Frankrijk. We hadden ons eigen ijshockeykamp, Levi kon dit overnemen, en dat hebben we uiteindelijk 4 jaar gedaan. In Duinkerken was dit. Mijn moeder Gerda was mee, Carmen deed de sporttrainingen en meer trainers gingen kwamen helpen. Was echt wel een succesformule. Dat heb ik ook een aantal jaar gedaan.”

Kan je ook aangeven welke teams je allemaal hebt getraind?
“Dat is een aardige CV, maar ik kan je wel even in chronologische volgorde meenemen: in 2001-2002 heb ik stage gelopen als jeugd trainer Unis Flyers U12 en U14, in 2002-2003 ben ik trainer Unis Flyers U17 geweest, zo ook in 2003-2004, in 2005, 2006 en 2007 heb ik ook U12 en U14 er weer bij gekregen. In 2006 ben ik daarnaast ook trainer geweest van het Roger Neilson Hockey Camp. In 2008 en 2009 heb ik een uitstapje gemaakt naar de Nijmegen Devils en heb ik daar de U14 getraind. In 2010 ben ik in Ratingen bij de Ice Alians assistent trainer geweest voor de U18. In Den Haag heb ik bij HIJS de titel hoofd jeugd trainer gekregen in 2013 was ik bij de NIJB U12 trainer/coach. Ik heb in 2013 nog een Ijshockey Camp Duinkerke (Frankrijk) georganiseerd en in 2014 tot 2029 ben ik hoofd jeugd trainer geweest bij de UNIS Flyers. Tot slot heb ik in 2014 tot aan 2019 ook nog het RTC getraind. Vanaf 2023 nu coach van het eredivisieteam van OG Capitals Leeuwarden."

Wat vond je van het trainen?
“Ik vond het best wel leuk, maar ook wel spannend. Dat is best wel iets wat ik verder heb ontwikkeld en er elk jaar aandacht aan besteed naast mijn eigen ijshockeycarrière. Ik heb wel voorkeur voor oudere spelers, daar kan je naar mijn idee wat meer mee. De kleintjes die moet je leren remmen en ik vind het leuker om speluitleg te geven."

Dat kwam in het interview van Arjen ook naar voren, dat hij het erg fijn vindt dat jij die tactische dingen oppakt?
“Ja het werkt prettig samen. Tot in de kleinste dingen zijn we het wel eens, we vullen elkaar perfect aan.”

En waar krijg je echt energie van?
"Als dingen goed uitkomen in een wedstrijd dan krijg ik daar veel voldoening uit. Met coachen en trainen moet je naar best veel dingen kijken. Je kan bijvoorbeeld op een element trainen en dit op de korte termijn verbeteren. Maar je kijkt ook op de lange termijn. Het algemene tactische spel moet ook beter worden. Dit is ook lastig, de meeste jongens hebben hier niet veel aanraking mee gehad. Vier jaar geleden was het basis en nu bouwen we dat uit en ligt de lat ook veel hoger.”

Hoeveel tijd ben je kwijt met trainen/coachen van ons 1e team?
“Ik heb het toevallig net uitgerekend en ik kom nu op 20 uur in de week in tijd wat ik besteed aan het coachen. En dan heb ik het werk wat ik doe voor de Technische Commissie nog niet eens meegenomen.”

Je hebt ook een eigen bedrijf met je vader toch?

"Ja voor mijn eigen bedrijf kom ik op ongeveer 50 tot 60 uur in de week. Het bedrijf draait goed, maar er is ook altijd wat, wat er moet gebeuren, geregeld of opgelost. Dus ik heb geen tijd om me te vervelen.” 

Is dat te doen?
“Het kan alleen als je zelf veel dingen kunt bepalen en vrijheid hebt met de indeling van je uren. Maar het is best pittig. Ook omdat onze gezins situatie nu ook wat is veranderd, Fender is erbij gekomen ”

Wat heeft dat voor jou veranderd? 
“Het wordt eigenlijk alleen maar drukker eigenlijk. Inge doet en draagt thuis heel veel. Ik ben daar erg blij mee en dankbaar voor. Maar ze moet ook voor haar werk wel eens slaapdiensten draaien. Dan is Inge weg en dan zal je zien, dan laat die kleine zich horen. Dan voelt het voor mij ook als een slaapdienst.   En dan moet ik er ook weer vroeg uit voor de trainingen. We trainen 2x in de week van 07:00 tot 08:00 uur. Nou ik kan je vertellen, dan is Fender wakker in die nachten wanneer ik alleen thuis ben.”
 

"Straks als die kleine kan lopen, kan hij het ijs op, dat lijkt me fantastisch!"

Wat is je verwachting voor de toekomst?
“Dat er nog voldoende rek in zit om beter te worden en te ontwikkelen als team maar ook als club. Ik wil wel verder met dit werk. Straks als die kleine kan lopen dan zie ik hem ook wel op het ijs staan. Lijkt me fantastisch. Op dit moment is het echt wel het trainen en coachen waar ik mee verder wil. Ik geniet er van!”
 

We hebben het Arjen ook gevraagd, maar heb je ook nog een advies voor de IJshockeybond?
“Hetzelfde wat Arjen heeft gezegd, maar ik denk ook dat er vanuit de bond wel wat meer overall voor de clubs geregeld mag worden. Dus de competitie meer uitbuiten ook qua marketing bijvoorbeeld. Nu doen alle clubs dit seperaat. Eigenlijk zou dit vanuit de bond moeten worden ingericht, waar ze een persoon aannemen die het efficiënter kan uitvoeren. Dit kan veel makkelijker en efficiënter. Hier bij onze club wordt alles door vrijwilligers gedragen. Dat gaat goed, maar als je uitval hebt en je hebt de expertise niet meer, dan verdwijnt het ook. Dat is een risico. Daarnaast zou ik graag meer duidelijkere regels voor met betrekking tot de buitenlanders hebben. Je mag nu max. 4 buitenlanders hebben, maar ik zou het omdraaien naar je móet 2 buitenlanders hebben. Daardoor worden jouw Nederlandse spelers ook weer beter. Dat geeft een stimulans aan de ontwikkeling van je spelers.”

Heb je ook nog tips voor de coaches/trainers?
Ik vind dat Tycho het heel goed doet met de kinderen en de jeugdtrainingen. Hij regelt ook andere jongens van het eerste team erbij om hem te helpen. Ze hebben er echt gevoel voor en je ziet ook dat de jeugd het super leuk vindt om training te krijgen van spelers uit het 1e team. Ook de keepertraining is nu goed op gang, Johan van der Werff en Jorrit Vos doen dit samen. Andere teams die huren een trainer in, wij dragen dit als club met elkaar. Iedereen draagt hun steentje bij. Dat vind ik echt mooi!”

"Ik wil eindigen waar ik gestart ben. Deze club heeft mij beter gemaakt in mijn favoriete sport.”

Waarom heb je voor de OG Capitals in Leeuwarden gekozen?
“Ik wil eindigen waar ik gestart ben en een bijdrage terug leveren aan deze club. Zij hebben mij getraind en beter gemaakt bij de start van mijn sport, dat wil ik nu teruggeven aan mijn thuisclub.”

Marco, mag ik je bedanken voor dit interview? We hebben je toch even van een andere kant leren kennen. Bedankt voor al je inzet!