Niels Wierstra

tTEAM BEHIND THE TEAM: NIELS WIERSTRA

Editie III: door onze redacteur

De spelers van het Eredivisieteam kennen we onderhand goed. Maar we weten weinig tot niks van het team áchter dit team. Daar staat ook een sterk team. Neem Niels Wierstra. Teamleider van ons OG Capitals team en altijd aanwezig bij thuis- en uitwedstrijden.Niels is een kameleon. Hij heeft een speciale kracht om te verdwijnen naar de achtergrond en niet op te vallen. Hij staat liever ook niet in de schijnwerpers. Maar dat beetje journalistieke fingerspitzengefühl van onze redactie weet dat stille wateren erg interessant zijn. Reden genoeg om deze jongen even stevig aan de tand te voelen. We geven je een kijkje achter de schermen over onze Niels.

Hoe zou je jezelf omschrijven voor iemand die je niet kent?

“Ik ben Niels Wierstra, ik ben 32 jaar oud, getrouwd met Laura en we hebben samen een dochtertje van 4 jaar en er is een tweede dochtertje op komst. Die is halverwege maart uitgerekend. Tja..wat wil je verder nog van me weten?”

We kennen de spelers die op het ijs rondschaatsen nu al redelijk. Maar de mannen achter de schermen niet. Vertel eens wat meer over jezelf en over hoe je  in aanraking bent gekomen met ijshockey?

“Ik ben geboren en getogen in Dronrijp. En in Dronrijp had je vroeger een fanatieke club jongens die echt dagelijks aan het Street hockeyen waren bij de basisschool waar ik destijds op zat. Dit waren onder andere de broers Ludo en Jildert Okkema, Rutger en Johan Diertens en mijn broer Mark Wierstra. Ik heb voor mijn gevoel maar even ge-Street hockeyt en ben toen gaan stickelen in de ijshal. Zij gingen toen ook op ijshockey. Ik sloot niet direct, maar later aan en werd toen ook enthousiast voor deze mooie sport. Ik was 15 jaar oud toen ik begon, dus relatief laat. En toen werden de Fryslân Nordics opgericht door Gerard (zo heet hij volgens mij) uit Drachten. Daar heb ik een aantal jaren gespeeld en zijn we ook nog jeugdrecreanten kampioen geworden. Dat was echt super leuk!”

“Daarna ben ik met de Vikings gaan samenspelen. De Vikings was een gecombineerd team met jongens van de Nordics en van de Magics. Dit waren onder andere Oswald Hoekstra, Niels Brouwer, Jorrit de Graaf, Emiel Rispens, Dennis Schrage, Watze Draisma etc. Dit was een hele mooie tijd. Arjan Hoot, speler van de Warriors trainde ons toen."

Niels met zijn dochter Esmee. Een van de weinige foto's in ons archief. Foto: Age Okkema

“Ik heb een prachtige tijd gehad bij de Vikings, we bleven vele avonden tot de late uurtjes zitten.”

Wat voor positie speelde je? 
“Ik speel (nog steeds) als verdediger. Ik heb eigenlijk altijd als verdediger gespeeld. Dat is een positie die mij goed ligt.”
 

Waarom eigenlijk? Want als verdediger heb je direct de lastigste positie in het spel. 
“Ik heb altijd als verdediger gespeeld, ik was een echte stay-at-home defenseman, ik hield niet van aanvallen, dat is mijn ding niet. Ik moet die puck snel kwijt. Ik heb ook niet zo’n goede feeling met de puck. Ik was beter in de puck afpakken en hard werken. Techniek was en is niet echt wat voor mij.”

En toen na de Fryslan Nordics naar de Vikings. En toen?
“De Fryslân Nordics zijn uiteindelijk dus overgegaan in de Vikings. Ik heb in die tijd nog in de oude ijshal gespeeld. Echt mooie momenten beleefd. Tot de late uurtjes daar gezeten en feest gevierd met zijn allen. Was een geniale tijd. Vele avondjes na de training bleven we zitten tot 04:00 uur in de ochtend. Toen kwam de nieuwe ijshal, werd het team de Vikings opgeheven en ging het deels over in het eerste team.”

Hoe ging dat toen? Wie regelde toen alles? 
“Eddy Lord was het eerste jaar teammanager, daarna heeft Jitze de Jong die rol opgepakt. Volgens mij was het Pieter Poelsma, Jitze de Jong en Waling Dijkstra destijds, die ons, de Vikings vroegen wat wij wilden doen. De club had wel belangstelling voor een eerste team en was bezig dit team in te richten. Ze vroegen aan ons of wij een stap hoger wilden maken. Ik denk dat we toen ongeveer met 8 man zijn doorgegaan naar het eerste team."

Je maakte toen de switch van de 2e divisie naar de 1e divisie. Dat was best wel een grote stap. Of niet? 
“Ja dat was erg leuk! Een echte uitdaging. Er waren ook nog wat jongens bij uit Heerenveen, onder andere Toby Meijer, Dave van Seijen en Steve Lenis. Yvan Kocanda was onze coach. We waren echt een team wat op het ijs stond. Het eerste jaar was echt geniaal. Naar mijn idee speelden we echt wel leuk ijshockey. Alleen het niveau haalt het bij lange na niet van het niveau nu."

Je geeft aan we waren echt een team. Want je was een groep die overal vandaan was ‘getrokken’.  Wat kenmerkte dit?
“De sfeer, de gezelligheid. Eventjes blijven zitten. Een biertje doen. Even de stad in samen. Dat je voor elkaar dingen over hebt. Niet altijd de topsport mentaliteit. Maar echt een team gevoel. Samen het leuk hebben. Dat.”

Niels Wierstra in het Eredivisieteam van Capitals Leeuwarden toendertijd. (Boven, 4e van links). Foto: Age Okkema.
 

Heb je nog met veel mensen uit dat team nog steeds contact?
"Veel jongens spelen nu nog in het eerste team. Anderen zie ik regelmatig in de ijshal. Zoals Jildert, Emiel, Rick, die zijn ook regelmatig in de ijshal te vinden. Anderen toch wel wat minder. Maar er bestaat iets zoals social media waarbij je kan zien wat iedereen aan het doen is. Het mooie van de Vikings en de eerste jaren Capitals Leeuwarden was dat wij echt met een leuke vriendenclub uit Dronrijp kwamen."

Hoe lang heb je bij het eerste team gespeeld?
“Ik denk dat ik 4 jaar terug ben gestopt.”

“Ik werd door coach Arjan (volledig terecht) op de bank gezet. Ik ben hem daar nog steeds dankbaar voor.”

Wat was de reden dat je bent gestopt?
Door mijn coach Arjen. Wat een klootzak was die vent. Nee hoor, grapje. Hahaha!  Op een gegeven moment kom je op een punt dat de club op niveau doorgroeit. En je de keuze moet maken of je mee kan op dat niveau. Ik kon wel mee, maar dan moest ik elke week de wedstrijd van mijn leven spelen. Met mijn werk ging het niet zo lekker, privé ook niet. Dat heeft dan ook weerslag op je spel. En toen werd ik door Arjan Peters (volledig terecht) op de bank gezet. Ik werd niet opgesteld. Ik ben hem daar nog steeds dankbaar voor. Nee geintje hoor. Ik heb dat jaar toen wel afgemaakt. Ik realiseerde me toen dat het ijshockey me wel de structuur gaf welke ik toen wel kon gebruiken. Maar na dat seizoen besefte ik wel dat ik het niet kon volhouden op dit niveau. Toen was het wel klaar.”

En toen ben je echt gestopt. Heb je toen direct besloten om aan te haken als hulp bij het eerste team? Of ben je later aangesloten?
“Nee niet direct. Af en toe deed ik wel wat. Maar 2 jaar terug vroeg Jitze de Jong mij of ik bij de wedstrijden wilde helpen. En zo ben ik er in gerold. Ik vind het echt leuk om met de jongens mee te gaan en ze te helpen.”

Wat ik kenmerkend vind voor jou als persoon en de invloed die je hebt op de jongens van het eerste team, is dat je zelfs bent aangedragen om jou als eerste te interviewen. Jij bent volgens diegene echt one of the guys en jij had het wel verdiend om in de spotlights te staan. Dat is toch wel bijzonder om te horen?
“Ja dat is super leuk om te horen! Bijvoorbeeld als ze een biertje gaan drinken in de stad, ga ik graag even mee. Ik voel me ook one of the guys.”

Hoe noem je de rol die je hebt als vrijwilliger eigenlijk?
“Je kunt mij samen met Jorrit de Graaf en Andries Andringa de teamleiders noemen. Wij doen daarin van alles. Shirts wassen, kleedkamer schoonmaken, contacten onderhouden met andere teams. Jitze de Jong doet eigenlijk alles qua materiaal (schaatsen slijpen etc). Jitze is ook de teammanager. Het verschilt wat wij moeten doen bij thuiswedstrijd en uitwedstrijden. Thuiswedstrijden vragen meer voorbereidingen. Ik ben ongeveer 3 uur van te voren aanwezig. Shirtjes klaarleggen en materiaal klaarleggen. Ik was ook alle shirtjes na de wedstrijden."

“Ik was alle shirts zelf. Ik houd graag de controle. Dan weet ik of er iets mist of mankeert.”

Wát zeg je nu? Ik zeur al met 2 kids dat ik zo vaak de pineut ben met wassen, maar jij bent elke keer de sjaak! Was je ze ook echt zelf? Of besteed je dat thuis uit?
“Ja. Ik was ze echt zelf. Maar dat vind ik écht niet erg. Dan heb je ook zelf de controle wat er in de tas zit en dat er geen shirts missen. Jíj hebt vast altijd die controle Herma, maar ik wil het wel zelf doen dan weet ik ook precies wat er mist of juist compleet is. Als ik er niet ben, regel ik het met de jongens dat de shirts meegenomen worden.”

“Ik vind het belangrijk dat de jongens in hun optimale wedstrijdgevoel komen. Daar sta ik voor.”

Jij bent dus redelijk van de controle. Van de planning en de organisatie én je staat je mannetje als het gaat om het OG Capitals team. Heb je ook een voorbeeld waarbij dit het geval is?
“Nee, ik heb geen zoetsappig verhaal voor je. Ik vind het gewoon belangrijk dat de jongens zich kunnen focussen op een wedstrijd. Soms vraagt een vereniging wat anders. Dan vind ik het belangrijk dat ze wel in hun wedstrijdgevoel kunnen komen. Daar sta ik voor.”

Komend weekend moeten jullie uit naar Groningen. Ga je dan ook met hele team in de bus?
“Nee, we hebben al een paar jongens die in Groningen en omstreken wonen. Er zijn ook jongens uit Heerenveen en die rijden ook in een half uur naar Groningen, dan is het zonde om met de bus eerst overal langs te gaan. Het is natuurlijk wel leuk voor het teamgevoel, maar nu was dit niet nodig.”

En wat doe je nog meer?
“Eigenlijk zorg ik dat de kleedkamer netjes is. Want soms is de kleedkamer een bende. En al ons spul ligt er. Zodat als de jongens er zijn dat alles klaar staat. Dat de shirts netjes hangen, de spullen klaar staan voor gebruik. En niet meer dingen gebeuren dan nodig is en dan anders.”

Je hebt nog niets gezegd over je thuissituatie. Wil je ons daar wat over vertellen? Je bent getrouwd. Hoe heb je Laura bijvoorbeeld ontmoet?
“Och heden, dat is een goeie. Van een vriendengroep. We hadden vroeger een bierdrink keet. Daar kwam ze een keer. (Ik had niet verwacht dat je déze vraag ging stellen trouwens). Een keet bij Dronrijp op een boerenerf. Toen we jonger dan 16 waren dronken wij er energydrankjes. Later dronken we bier." 

En was het direct liefde op het eerste gezicht? 
"Nee, dit is langzamerhand zo gegroeid. Ik vond haar steeds leuker worden. Ik ken haar sinds mijn 20e denk ik? Op 4 november 2019 ben ik met haar getrouwd. Alweer 4 jaar. Samen hebben wij een dochtertje en dus een tweede dochter is onderweg. Mijn dochter heet Esmee. En ben jij getrouwd Herma?”
Ja. Ik ben getrouwd in 2008. Maar dit gaan niet over mij.

Maar wat vind jij nu het allerleukste wat je doet Niels?
“We hebben een hele leuke familiaire sfeer op de club. Ik vind het nooit erg om naar de ijshal te gaan. Natuurlijk kan je beter met de een dan de ander. Maar als je bijvoorbeeld tegen Geleen speelt, waarbij je ondanks dat je verliest een topprestatie neerzet. Ja daar kan ik echt van genieten.”

Heb je tips voor andere spelers om te groeien in ijshockey?
“IJshockey valt en staat met doorzettingsvermogen en wilskracht. Je moet wíllen trainen en ver willen reizen om ijshockeywedstrijden spelen. Ik heb de mazzel gehad dat ik altijd in een leuk team heb gespeeld en dat het daardoor geen moetje was. Het gaat dus om de lol en dat maakt dat je het elke keer leuk vindt om ver te reizen en vaak te trainen.”

“Je kijkt niet terug op hoe váák je hebt gewonnen of gescoord, maar hoeveel herinneringen en lol je hebt gehad.”

En als je terugkijkt?
“Als ik terugkijk naar mijn ijshockey carrière, kijk je niet terug op hoe vaak je hebt gewonnen, gescoord of hoe goed je hebt gespeeld. Maar naar de leuke herinneringen die je hebt gehad. Met je teamgenoten en met de mensen eromheen.”

IJshockey je nu zelf ook nog?
“Nee, het is nu echt te druk. Ik heb een jong gezin, ik heb een drukke baan, een studie en ik begeleid de jongens elk weekend. Ik heb wel ambitieus schaatsen gekocht en een halve seizoenkaart bij de Chiefs gekocht. Maar ik ben helaas nog maar twee keer geweest.”

Mis je het ijshockey ook?
“Dat gaat met vlagen. De ene keer mis je het echt om even lekker te rauzen op het ijs. En de andere keer denk je laat maar lekker zo, het is wel prima.”

Is het lastig om te combineren met je studie en met je werk?
“Eigenlijk valt het best mee. Ik ben 1 dag in de week met ijshockey en mijn vrijwilligersrol bezig. Thuiswedstrijden zijn een halve dag qua tijdsbesteding, uitwedstrijden zijn een hele dag. Eerder had ik nachtdiensten en was het minder ideaal om te combineren. Dan moest ik wel eens doorstomen naar het werk, dan ben je wel echt kapot. Ik heb nu meer structuur gekregen op het werk, waardoor het makkelijker te combineren is.”

En met een deeltijd studie én straks nog een kleine erbij. Handen vol dus?
Ja, het wordt druk, maar dat is helemaal niet erg als het de ervaring waard is. Dan vind ik het echt niet erg om het druk te hebben.”

Wat is het mooiste wat je meegemaakt hebt op het ijs?
“Ik denk dat dit 2 dingen zijn. De finale die we met de Vikings hebben gespeeld met 500 man bezoekers in de oude hal wat totaal niet paste. Ondanks dat we die verloren hebben. Maar het tweede was echt de hele ervaring in het eerste team.”

Waar word je nu echt blij van?
Alles er omheen. Om het spelletje, om de sport. De sfeer, het contact met de spelers, met de supporters en vrijwilligers, alles.”

“Iedereen die start komt in aanraking met mensen die je willen helpen. Iedereen kent elkaar hier daardoor.” 

Wat maakt het dat OG Capitals dan voor jou zo’n familiare club is?
“Ik denk dat dat komt omdat je hier veel mensen kent welke je door je eigen ijshockey carriere verder hebben geholpen. Wij werden destijds getraind door spelers van de Warriors, daarna gingen spelers van de Vikings de jeugd trainen van de Capitals en nu trainen de eerste team spelers weer de jeugd van de Capitals. Daardoor krijg je een beetje het ons kent ons gevoel.”

Wat is je verwachting voor de toekomst van de club?
“We spelen nu in de top van de eredivisie. Dit is een leukere competitie dan de Beneleague. Het zou mooi zijn als we eens een gaaf seizoen hebben met een feestje aan het eind, met een schaaltje of een beker als toetje. Ik denk dat we vooral onszelf moeten blijven en een gezonde club moeten blijven.”

Even een kijkje in de toekomst; waar zie je jezelf over 5 jaar?
“Voor mij hoeft mijn dochter niet op ijshockey. Ik ga het in ieder geval niet stimuleren. Maar ik blijf wel aanwezig hier bij de club. Dus ja, lastige vraag. Dan heb ik 2 kinderen. Geen idee, ik hoop dat ik dan mijn HBO-studie heb afgerond. Misschien geeft die studie weer andere kansen. Qua ijshockey heb ik geen idee. We zien het wel. Who knows. Trainerschap in de jeugd is minder aan mij toebedeeld dat laat ik liever aan anderen over. Als ik heel eerlijk ben heb ik de schaats & stickhandeling, de benodigde coach kwaliteiten niet om anderen dit goed over te brengen.”

Ik vind dat je jezelf nu wel heel klein maakt. Jij hebt veel drive, inzicht & doorzettingsvermogen. Anders kom je toch niet in een eredivisieteam terecht?
“Oh ja, dat is wel zo. Dank je.” 

Heb je ook nog tips voor de club?
“We prijzen onze club als een club met een familiare sfeer, dan is het ook de uitdaging om dat vast te houden. Juist met het aantrekken van andere spelers uit andere landen en andere clubs. Dan wordt dat vasthouden van die kleinschalige ons-kent-ons sfeer een uitdaging. Groei in niveau, maar wel met datzelfde gevoel.” 

We zijn er doorheen Niels. Dat viel best mee toch? Bedankt dat je je toch over de plankenkoorts hebt gezet en je vertrouwen hebt gegeven om je even ‘door te zagen’. Hopelijk kennen de supporters & leden jou nu ook een beetje beter om je eens aan je jasje te trekken en een praatje te maken. Bedankt voor je interview!